Met deze simpele woorden is aan te geven dat ik over de precieze inhoud van dit relaas nog amper heb nagedacht maar me wel haast verplicht voel de opgedane ervaringen van de laatste tijd naar voren te brengen. Dit omdat ik me, wat Rood – Zwart betreft, in een hoerastemming ben gaan begeven. Dat is even niet raar, maar gewoon waar.
Het is natuurlijk al jaren bekend dat onze gezagsdragers met een aantal assistenten, prima in staat zijn plannen, in het belang van de vereniging, te ontwerpen maar ze ook nog uit te voeren.
Voor de niet insider wil ik het ontstaan van mijn jubelstemming in het kort wel even nader verklaren. Het kunstgrasveld is, met de noodzakelijk belijning, naar het zich laat aanzien van hoog niveau. Beleid om dit te verwerven hoogstaand. De energie rolt op termijn van de daken. De LED verlichting op en rond de speelvelden is haast aan het woord modern ontstegen. Het clubgebouw is van een dusdanig statig niveau dat zelfs de vele fietsers over de Langestraat zich geroepen voelen voor enig kijkplezier een stop te maken. Bij zo’n accommodatie hoort een prima entree. Dat is dan ook maar even flink aangepakt. De besproeiing van de velden is dusdanig geregeld dat zelfs een slaper in de nacht met een automatisch duwtje de boel aan het draaien kan zetten. Het gehele complex een extra flinke schoonmaakbeurt te geven is dan ook nog aan de orde: op de avond van maandag 10 augustus j.l.is dan een aantal van ongeveer 30 personen flink aan de slag getogen. De dag er na strijken nog enkele energieke vrijdagmorgenploegers de laatste plooien strak. De medewerking van Gildebor mag voortreffelijk worden genoemd. Onze Frans weet ook wel waar Abraham de mosterd haalt.
Voormelde vrijdagmorgenploeg kan overigens een aantal nieuwe medewerkers best gebruiken. Vrij recent is een tweetal van hen helaas overleden. In verband met respectievelijke hoge leeftijd en een kwakkelende gezondheid hebben een drietal trouwe makkers moeten bedanken. Ik neem de vrijheid u, geachte lezers, te vragen op de vrijdagmorgen eens een keer voor meer informatie het hoofd bij Rood – Zwart om de hoek te steken. Stilstand is achteruitgang en dat willen we niet. De leus voor een wervingscampagne van ons leger in vroegere jaren wil ik ook graag hier gebruiken. Zorg dat je er bij komt!
Het is geen kunst om boer te worden maar om boer te blijven. Dat zegt mijn boerenhart. De betekenis hiervan sluit aan op hetgeen ik hiervoor over de bekende ploeg heb vermeld. Nu er veel tot stand is gebracht is er uiteraard ook veel ijver en inzicht nodig om te houden wat we hebben. Dat hieraan wordt gewerkt is haast vanzelfsprekend. Het alleluja kan bij meerdere gebeurtenissen worden gezongen al dan niet samen met het spelen van de loftrompet. Alle ijver, speciaal ook die van onze jeugd, is belangrijk. Vertrouwen in de toekomst heeft een grote waarde.
Mijn eigen bijdrage is nihil te noemen, maar de belangstelling van een groot gehalte. De medische wereld heeft me de leeftijd met het getal 100 toegemeten. Als dit een juiste zienswijze is dan kunnen de woorden – genieten bij Rood Zwart – vooralsnog aan de orde blijven.
De eenheid bij onze vereniging neemt steeds grotere vormen aan. Dat zal ook op het speelveld terug te vinden zijn. Het optimisme kan ik met velen delen. De hiervoor benodigde energie zal niet van de daken rollen. Maar overtuigd zijn van ons kunnen met een bekwame leiding zal eens ooit tot resultaat gaan leiden. Ik weet dat het enthousiasme groot is.
Een oudje mag bij onze club zijn zegje doen. Ben er van overtuigd dat die club zijn krachten in meerdere opzichten met anderen kan en wil delen. We gaan maar” gewoon verdan”.
Gerhard Bebseler.