Maurice Bartelds voelt zich ‘enorm welkom’ bij Rood Zwart
Het wordt z’n eerste klus als hoofdtrainer. Na zeven jaar gewerkt te hebben als assistent in de top van het amateurvoetbal acht Maurice Bartelds de tijd rijp om op eigen benen te gaan staan. Die kans krijgt hij bij Rood Zwart, als opvolger van Christian Noppers. Zijn
doelstelling voor dit seizoen? ”Sowieso handhaven. En kijken of we in de middenmoot kunnen eindigen.”
Eerst maar even voorstellen. Maurice Bartelds, 39 jaar. Afkomstig uit Lochem. Getrouwd met Marleen. Twee dochters: Yinthe (12) en Fayenn (11). Sinds juni van dit jaar werkzaam als uitkeringsdeskundige bij het UWV in Arnhem, waar hij aanvragen voor een
WW-uitkering beoordeelt. Zijn nieuwe baan bevalt prima. Hiervoor werkte hij onder andere in de logistiek en als vertegenwoordiger. ”Maar ik voelde me niet zo thuis in de commerciële wereld. Dit werk past beter bij mij, meer mensgericht.”
FC Twente
Maurice was zelf een begenadigd voetballer. ”Ik ben op m’n vijfde of zesde begonnen, bij SP Lochem. Logisch, want er is maar één club in Lochem. Mijn vader voetbalde er ook, en al mijn klasgenootjes.” Dat hij talent had, bleef niet onopgemerkt. Hij werd geselecteerd voor regio-elftallen van de KNVB. Bij die wedstrijden stonden altijd scouts van profclubs langs de lijn. Ook van FC Twente. Hij viel op, het
leverde hem op z’n twaalfde een ‘transfer’ naar Enschede op.
”Bij Lochem was ik altijd de nummer 10, met inzicht en een goede pass. Maar bij FC Twente werd ik al snel omgeturnd tot verdediger. Linksback, centraal. Ik ben redelijk tweebenig, kan me redelijk redden met links.” De overgang naar FC Twente was een grote stap voor de jonge Maurice. Hij ging vanaf dat moment in Enschede naar school. Elke ochtend werd hij om kwart over 6, half 7 in Lochem
opgehaald met een busje van de club. Onderweg naar Enschede werden andere jongens opgepikt. Ook in Delden. Daar stapten twee
talenten van Rood Zwart in. ”Thijs Oude Meijers en Erik Fiselier. Ik heb nog samen met hen in een team gezeten. Ze waren iets jonger dan ik, geloof ik. Het was een leuke tijd in Enschede. Maar er bleef niet veel tijd over voor vriendjes en zo. Je moet er wel wat voor laten.”
Go Ahead Eagles
Na drie jaar kreeg hij te horen dat FC Twente niet verder met hem wilde. Maar hij hoefde niet lang te treuren. Go Ahead Eagles zag wel wat in de knaap uit Lochem. Zes jaar voetbalde hij in totaal bij de club in Deventer: drie jaar in de jeugd, drie jaar selectie. De eerste paar jaar ging het redelijk, maar meer ook niet. ”Ik was niet het grootste talent. Ik speelde toen back. Het was wel duidelijk dat ik als back niet het betaald voetbal zou halen. Maar in mijn tweede jaar in de A werd ik centrale verdediger. Ik heb toen een grote ontwikkeling
doorgemaakt. Draaide een heel goed seizoen en mocht door naar het tweede. Nee, ik kreeg geen echt profcontract. Wel een vergoeding.”
Go Ahead Eagles was destijds een middenmoter in de eerste divisie. Onder trainer Raymond Libregts zat Maurice regelmatig bij
wedstrijden van het eerste op de bank. Maar verder dan een korte invalbeurt kwam hij niet. In zijn tweede seizoen in Deventer liep hij een zware knieblessure op, waardoor hij een halfjaar uit de roulatie was. ”Ik wilde na dat jaar eigenlijk weg. Had mezelf twee jaar
gegeven om een contract te verdienen. Maar dat bleef uit, mede door die blessure. Ik ben nog een jaar langer gebleven, maar er was geen uitzicht op een contract.”
AGOVV
Reden waarom hij in 2007 de overstap maakte naar AGOVV in Apeldoorn, dat ook in de eerste divisie uitkwam. John van den Brom was er trainer, Ted van Leeuwen technisch directeur. ”Bij AGOVV kon ik wel een contract krijgen. Ik heb er één jaar gespeeld. Maar ik kreeg weer wat blessures. Na dat seizoen werd mijn contract niet verlengd. Een teleurstelling? Niet echt. Uiteindelijk heb ik toch nog zo’n twintig wedstrijden betaald voetbal gespeeld. Ik heb wel een mooie tijd gehad.” Het betekende wel het definitieve einde van zijn
profcarrière. ”Dat is waar je als kind van droomt. Ik heb er alles aan gedaan, maar helaas heb ik het niet gehaald.”
Maurice (22 inmiddels) vervolgde zijn loopbaan als voetballer op het hoogste amateurniveau: bij zondaghoofdklasser HSC’21 in
Haaksbergen, waarmee hij onder andere de districtsbeker won. Twee seizoenen speelde hij er. ”Een mooie club. Alleen: we speelden op zondag. Ik wilde liever op zaterdag voetballen. Dan had ik de zondag vrij, kon ik op zaterdagavond gaan stappen. In de jaren daarvoor had ik veel moeten laten, dat ga je later inhalen. Maar je kunt niet op zondag voetballen en dan ’s nachts tot half 3 in de kroeg staan.”
Koopclub
Vandaar dus zijn overstap in 2010 naar Excelsior’31 in Rijssen, dat uitkwam in de toenmalige topklasse zaterdag. ”Heel mooie
wedstrijden gespeeld. Tegen clubs als Spakenburg, IJsselmeervogels en Katwijk.” Na drie seizoenen in Rijssen verkaste Maurice naar het Wierdense SVZW: een treedje lager, in de hoofdklasse. Met wisselend succes: een periodetitel in het eerste jaar, degradatie in zijn derde en laatste seizoen. ”Maar ook daar een mooie tijd gehad. Een gezellige club. Daar wordt weleens anders over gedacht, ja. SVZW heeft de naam van koopclub, dat weet ik. Maar als je er nooit bent geweest, kun je er niet over oordelen.”
Maurice sloot zijn carrière als voetballer af bij AZSV in Aalten. ”Ik een clubhopper? Ja, dat kunnen we wel concluderen, toch? Ik heb overal een mooie tijd gehad. Maar ik ben iemand die op een gegeven moment toe is aan wat nieuws. Dan begin ik me te vervelen bij een club, ben ik toe aan een nieuwe uitdaging. Om het geld? Nee, dat was niet zozeer een drijfveer. Ik wilde gewoon op hoog niveau spelen. Het geld was een mooie bijkomstigheid.”
Assistent
Hij stopte in 2017 en rolde gelijk het trainersvak in. ”Philip Agteres benaderde mij om zijn assistent te worden bij SVZW. Ik kende hem al. We waren collega’s bij SKOR in Almelo en ik had hem meegemaakt als trainer van tegenstanders. Philip was op zoek naar een jonge assistent, ik was toen 31. AZSV was niet geworden wat ik ervan gehoopt had. Ik had gehoopt fitter te blijven. Maar het werd gewoon minder. Toen Philip mij vroeg , was het gemakkelijker om te stoppen. Het kwam gewoon zo samen. Anders was ik misschien wel weer gaan voetballen bij SP Lochem, maar dat zullen we nooit weten.”
In totaal heeft Maurice zeven jaar gewerkt als assistent van Agteres, bij verschillende clubs. Eerst vier seizoenen bij SVZW. ”Ik had nog geen papieren, kon zo mooi kijken of het trainerschap wat voor me zou zijn. Ik kon zelf nog meetrainen, was nog fit genoeg. Ik kende de jongens, ik kende de club. Een mooie kans om ervaring op te doen.”
Tegenpolen
Met Agteres bouwde hij een heel goede band op. ”Hij is heel anders dan ik, ook als trainer. We zijn tegenpolen, maar vulden elkaar goed aan. Ik heb veel van hem geleerd, hij heeft me wegwijs gemaakt in het trainersvak.” Maurice volgde hem als assistent naar SDC’12 in
Denekamp (twee seizoenen) en SV Grol in Groenlo (een seizoen). In dat laatste seizoen haalde hij ook zijn trainersdiploma UEFA-B. ”Toen was ik er wel aan toe om op eigen benen te gaan staan.”
En hij solliciteerde dus bij Rood Zwart. ”Of ik de club kende? De naam… Maar dan ga je wat research doen, hier en daar. En je gaat een keer kijken hoe het complex eruit ziet, dat soort dingen. En ik zat op de cursus met Hamoudi Jaafil, de trainer van Bentelo, een
competitiegenoot van Rood Zwart. Hij vertelde dat het een mooie club is, een nette club, met een mooi complex. En dan kom je dus met elkaar aan tafel. Dat klikte. Het was een leuk, positief gesprek. Ik kreeg er een goed gevoel bij.”
Favorieten van Maurice
Club: ”Ajax! Van kleins af aan al. Het gaat nu even wat minder, maar we blijven gewoon Ajacied. Daar maak ik me vast niet geliefd mee bij Rood Zwart. Want daar zijn ze allemaal voor FC Twente.”
Speler: ”Zinedine Zidane. Mijn idool. Heel mooie stijl, geweldige techniek en inzicht. Wilde ik graag nadoen.”
Drankje: ”Ik drink wel graag een speciaalbiertje. Een lekkere La Chouffe of zo.”
Gerecht: ”Pizza, heerlijk.”
Vakantiebestemming: ”Bergen in combinatie met water. Bijvoorbeeld de Canarische eilanden of Oostenrijk.”
Tv-programma: ”Ik kijk heel weinig tv. Maar als ik toch wat moet zeggen: B&B Vol Liefde. Kijken we gezinsbreed, prachtig.”
Muziek: ”Heb een heel brede smaak, vind alles mooi. Van Hazes tot the Beatles. Ik ben geen concert- of festivalganger. Dat trekt me niet, veel te druk. Nee, ook geen Zwarte Cross.”
Trainer: ”Pep Guardiola. Een passievolle trainer. Hij heeft natuurlijk ook wel veel geld tot zijn beschikking. Maar uiteindelijk moet je er wel een team van maken. En dat doet hij wel.”
Voetbalanalist: ”Rafael van der Vaart. Hij is eerlijk en heeft verstand van het spelletje. Ik vind het prettig om naar hem te luisteren.”
Kelderklasse
In december vorig jaar tekende hij het contract bij Rood Zwart. Het eerste stond er toen niet bepaald best voor. Degradatie naar de vijfde klasse dreigde. Was hij niet bang dat hij zou moeten debuteren als hoofdtrainer in de kelderklasse? ”Je kiest natuurlijk voor een club met een bepaalde uitstraling. Een club die niet in de vijfde klasse thuishoort. Maar het was geen reden om niet te gaan. Gelukkig hebben ze het toch gered. Knap gedaan, met een heel mooie eindsprint.”
Als we Maurice spreken, medio september, zit de selectie van Rood Zwart nog midden in de voorbereiding op het nieuwe seizoen. Hoe staan we ervoor? ”We zijn nu zeven weken onderweg. We hebben best wel veel vakantiegangers gehad. Wat dat betreft was het best een wisselvallige voorbereiding qua aanwezigheid. De eerste weken hebben we samen getraind met 1, 2 en 3. Om een beetje binding te kweken en voor de aantallen op het veld. Ik heb een mooi beeld kunnen krijgen van de selectie.”
Aderlating
Daan Exterkate is gestopt. Een aderlating? ”Ja. Ik heb hem zelf maar één keer zien spelen. Maar van iedereen hoor ik dat hij de beste van het team was. Maar het is wel zo: als er eentje stopt, moet er ergens anders iemand opstaan die de leider kan zijn. We moeten zorgen dat er een team komt te staan. We hebben een elftal dat het moet hebben van het collectief. Het is momenteel niet zo dat we een elftal
hebben dat minder kan spelen dan 100 procent en dat één speler het verschil kan maken. Het is een jong team, met potentie en zeker ook met individuele kwaliteiten. Maar er moet méér lef, méér durf zijn om dat te etaleren. We moeten fouten durven maken om beter te worden, dat is het eigenlijk.”
Over de opstelling kan hij nog niets zeggen. ”Wanneer komt het clubblad uit? Tegen die tijd ben ik er wel uit, haha. Ik geloof ook niet zo in elf basisspelers. Ik geloof meer in een selectie, in een collectief. Belangrijk is dat elke selectiespeler weet wat zijn taak is. Dat is ook
afhankelijk van het wedstrijdverloop. Je doet spelers tekort door ze wisselspeler te noemen. Ja, uiteindelijk spelen er maar elf. Maar we hebben iedereen hard nodig.”
Herkenbaar voetbal
De doelstelling voor dit seizoen? ”Sowieso handhaven. En kijken of we in de middenmoot kunnen eindigen.” En dat liefst met
‘herkenbaar’ voetbal. ”In balbezit, maar ook als we de bal niet hebben. Opbouwen van achteruit, waar mogelijk. En bij balbezit van de
tegenstander de bal zo hoog mogelijk proberen te veroveren.”
En zijn persoonlijke ambities? Hoe lang blijft hij bij Rood Zwart? ”Voor een trainer is een periode van drie jaar een heel mooie periode. Dan zijn de spelers wel toe aan een frisse wind, een nieuw gezicht voor de groep. Dat had ik zelf ook als speler. Ik denk dat ik als trainer na drie jaar ook wel toe ben aan een andere club. Ik heb een contract voor een jaar. Maar we willen wel langer met elkaar door. Dat
hebben we tenminste zo wel uitgesproken. Maar dan moet het wel klikken natuurlijk.”
Hogerop
”Mijn ambities op de langere termijn? Ik sta nu voor ’t eerst op eigen benen. Ben nog maar net begonnen, het is nog te vroeg om daar nu al uitspraken over te doen. Maar mijn ambitie is wel om in hogere klassen actief te zijn. Dit is een leuk niveau om te beginnen. Een fijne stap. Rood Zwart is een leuke club, met warme mensen, een prachtig complex. Ik voel me enorm welkom. Ik kan fouten maken,
wij kunnen fouten maken. Daar krijg ik de ruimte voor.”
Interview door Jan Akoné