Natuurlijk wilde ik zondag jl. de wedstrijd van het jaar tussen de 1e elftallen van s.v. Delden en onze vereniging gaan zien.
Dat de aandacht, via een langs de reclameborden geplaatst spandoek, op mijn persoon was gericht mag ik gerust één van de grootste verrassingen uit mijn Rood -Zwart loopbaan noemen.
Deze uitspraak lijkt op de verwaandheid ten top. Het moet dan maar gezegd worden dat in het mens zijn is verweven dat men zich wel eens een onhebbelijkheid permitteert. Daarom durf ik een vervolg aan dit verhaal te geven.
De bij het doek gevoegde tekst zette mijn hart in vlammen. Inderdaad “mien hart is voor Rood-Zwart.” Dit al sedert het oorlogsjaar 1941.
Dat ik kennelijk tot de dag van vandaag nog iets voor de club heb betekend, mag als vanzelfsprekend worden genoteerd. Ik kom nog graag even voor een praatje in het Naobershoes over de vloer.
Rest mij nog dank te zeggen aan de initiatiefnemers van een pracht gebeuren. Het woord klasse in een overtreffende trap is hier wel echt van toepassing.
Groeten Gerhard Bebseler