De dagelijkse wandeling van een stokoude man gaat meerdere malen per week richting de accommodatie van zijn geliefde voetbalclub Rood – Zwart. Daar volgt hij al enige jaren de forse opknapbeurt van het complex. Dat zijn bezoek vaak samen gaat met het door Frans volgens een vast recept gezet kopje koffie en een praatje, met dikwijls aanwezige werkers, is mooi meegenomen. Dat zijn dan vaak mensen die niet alleen bepaalde plannen ontwerpen maar ook nog in staat zijn ze uit te voeren. Deurdouwers worden ze, met eerbied voor de Twentse taal, ook wel eens genoemd. De betekenis van jaloers, in de gunstige zin van het woord, kan dan worden verweven met blijken van waardering.
De zaterdag met nummer 16 van de maand januari is een bekend drietal weer aan de slag..Het toegangshek van het complex werd in augustus 1978, bij de opening van het complex met nieuwe kleedkamers en de aanleg van een tweetal speelvelden,( huidige hoofdveld en kunstgrasveld) opgesierd met een metaalstuk met de naam Scheetheuvel. Doordat de ingang met een nieuwe houten poort werd opgetuigd moest dit letterstuk ook worden verplaatst. Daarvoor werd de omheining van de nieuw aangelegde vuilstort gebruikt. Als het letterstuk ook maar iets had kunnen zeggen zou het wellicht bezwaar hebben gemaakt tegen het feit dat het nu, naast de naam van het complex, als versierder wordt misbruikt. Al pratende kon ondergetekende nog vertellen dat het werkstuk destijds werd ontworpen en gemaakt door Ben Hollink in die tijd een zeer gewaardeerd en bekend bestuurslid van onze vereniging. Aan ondergetekende werd gevraagd, via de website, wat toelichting en uitleg over de naam Scheetheuvel te geven. Die verplichting is nu in het vervolg van dit verhaal aan de orde.
Eerst even neuzen in het archief, dat met deze naam wel wat ruim wordt bedeeld. Maar in de map met krantenknipsels zijn verslagen aanwezig van de hiervoor genoemde opening en een interview dat een verslaggever van de Twentse Courant in november 2006 met de toenmalige secretaris Nico Bloem en ondergetekende hield. Daar hebben zij verteld dat er in de naaste omgeving van het terrein in vroegere jaren een oefenterrein van de politie zat. Die hielden in het Oonksveld schietoefeningen. In de Twentse taal aangeduid met het woord skeet’n. Wanneer je richting het spoor loopt achter het oorspronkelijke hoofdveld, dan kom je op een plek waar een zandwal lag. Deze werd gebruikt door de burgerwacht. Ze deden schietoefeningen en de zandwal moest de kogels opvangen. De kogelvanger is nu niet meer in het landschap te zien. Omdat Scheetheuvel bij sommige mensen vraagtekens oproept dan wel als lachwekkend wordt gezien is wel eens geopperd de naam te gaan herzien. De meerderheid van onze huidige leden wil het liefst hier van afzien. Skeet,n hoort toch ook bij de beoefening van het voetbalspel!
Met veel plezier heeft schrijver dezes aan het voormelde verzoek voldaan. Het zou best kunnen dat gegevens dan wel verslagen over Rood – Zwart in de krantenknipsels, geschikt zijn als over twee jaar t.g.v. het 100 jarig bestaan een dijk van een jubileumuitgave wordt opgemaakt. De dan verantwoordelijk redacteuren mogen best een beroep op hem doen. Deze pocher lust dan hopelijk nog wel brood.
Corona verdrijven en weer gaan voetballen is nu aan de orde. Bij voorbaat allemaal al vast veel plezier en succes toegewenst.