Nieuwe trainer, oude bekende

Met ingang van komend seizoen volgt Mario van Beek Jed Kerr op als trainer van Rood Zwart 2. Afgelopen maanden werd hij al regelmatig gesignaleerd bij wedstrijden en trainingen op De Scheetheuvel. Een interview met een oude bekende. ”Het is de bedoeling om op termijn door te stromen naar het eerste.”

Hij weet waar hij aan begint bij Rood Zwart. Mario kent de club van binnen en van buiten. Dit wordt z’n derde periode in Delden. Hij trainde al eerder het tweede en ook A1 (tegenwoordig JO19). Zijn algemene indruk van Rood Zwart? ”Een grote club, met veel jeugd, een geweldige accommodatie en heel veel vrijwilligers. Maar het niveau op het veld blijft daar bij achter, hè. Eigenlijk heeft Rood Zwart alles in huis om een stabiele derdeklasser te zijn. We horen al tien jaar: nou komt er toch een goede lichting aan vanuit de jeugd! Maar het komt er maar niet uit. Waar het dan misgaat…?”

Mario is 47 jaar. Geboren en getogen Enschedeër. Getrouwd met Laura. Twee kinderen: zoon Yannick (17) en dochter Suuz (12). Woont met z’n gezin in de nieuwe wijk Eekmaat, tussen Enschede en Glanerbrug. Werkzaam als bouwkundig calculator bij Koopmans Bouwgroep. Wat dat inhoudt? ”Ik maak aan de hand van het bestek een berekening van de kostprijs van een bouwproject.” In zijn vrije tijd speelt hij graag een potje padel.

Vuurwerkramp
Het gesprek komt al gauw op de vuurwerkramp, 25 jaar geleden. Mario groeide op aan de rand van de wijk Roombeek, op nog geen 800 meter afstand van de vuurwerkopslag van SE Fireworks. ”Ik was toen 22 jaar, woonde nog thuis.” De ouderlijke woning kwam er op de dag van de ramp nog relatief goed vanaf. ”Geen noemenswaardige schade, alleen wat ruiten gesneuveld. Mijn moeder woont er nog steeds.”

Maar hoe verging het Mario zelf op die Zwarte Zaterdag, 13 mei 2000? Hij stond met de neus vooraan, toen de boel bij SE Fireworks in de lucht vloog. “Natúúrlijk! Ik was die middag onderweg om boodschappen te halen voor mijn verjaardag, die we ’s avonds zouden vieren. Terwijl ik door de stad reed, hoorde ik het geluid van brandweerwagens en sirenes in de verte. Ik was nieuwsgierig en besloot in de richting van de geluiden te rijden. De  situatie leek in eerste instantie niet verontrustend, maar al gauw werd duidelijk dat de brand ernstig was.”

Bij de eerste explosie bevond hij zich precies achter een cameraman. ”De beelden die toen werden vastgelegd, gingen later de hele wereld over. In paniek vluchtte ik weg, zo’n 50 meter de Nachtegaalstraat in. Op dat moment volgde de tweede, nog zwaardere explosie. De kracht was overweldigend, ik kwam door de drukgolf zo’n halve meter van de grond en raakte direct gewond. Mijn elleboog was beschadigd en ik had verschillende hoofdwonden. Die moesten later met vijftig of zestig nietjes gehecht worden.”

Totale chaos
Het was totale chaos. ”In paniek rende ik naar huis. Een buurman bracht me naar het ziekenhuis in Oldenzaal, dat was voor ons het dichtstbij. Ik had geluk. Ik was een van de eerste slachtoffers die binnengebracht werden. Dus ik kon meteen worden geholpen.”

Nicky Azink, een goede jeugdvriend van Mario, had minder geluk. ”We hoorden ’s zondags dat hij nog niet terecht was. We dachten dat hij mee was naar Rotterdam, waar FC Twente tegen Feyenoord moest spelen. Maar in de loop van de dag bleek dat hij bij de ramp was omgekomen.” Tot op de dag vandaag blijft de oorzaak van de ramp een mysterie. ”Wat daar gelegen heeft…? Het kan niet alleen vuurwerk zijn geweest. Maar ja, daar zullen we nooit achterkomen.”

Nekslag
Terug naar het voetbal. Hij begon als jochie van zes bij vv Roombeek. ”Op m’n 16e ben ik overgestapt naar Avanti in Glanerbrug, omdat Roombeek geen jeugd meer had. Bij Avanti heb ik 2 jaar in A1 gespeeld. Daarna ben ik teruggegaan naar Roombeek, daar heb ik nog 3 jaar in het eerste gespeeld.” In 2001 werd vv Roombeek opgeheven. De club leed al een marginaal bestaan, de vuurwerkramp betekende de nekslag. Veel leden woonden in de wijk zelf en raakten door de ramp hun woning kwijt. Ze moesten daarom verhuizen naar andere delen van de stad, waardoor de club geen bestaansrecht meer had.

Mario was een jaar eerder al  vertrokken, naar vv Glanerbrug. ”Daar heb ik zes jaar in het eerste gespeeld. Ze waren net afgezakt naar de zesde klasse en begonnen met een nieuw team. We zijn in die periode twee keer kampioen geworden en uiteindelijk gepromoveerd naar de vierde klasse.” Wat voor speler hij was? ”Altijd rechts- of linksbuiten. Ik was heel snel. Ik moest het echt hebben van mijn snelheid. Dat was mijn grootste wapen.”

Scheidsrechter
Aan zijn loopbaan als speler kwam een even pijnlijk als abrupt einde. ”Op m’n 28ste ben ik gestopt. Ik móest stoppen, afgescheurde kruisband.” Maar hij kon het voetbal niet loslaten. ”Ik ben toen begonnen met fluiten. Dat beviel goed, ik heb toen vlot een aantal stappen gemaakt. In het derde seizoen kwam ik in het talententraject van de KNVB terecht. Dat is de opstap naar het betaalde voetbal. We waren met een man of 50. Sommigen van die groep fluiten nu in het betaalde voetbal, Zoals Rob Dieperink, uit Borculo.”

Mario zelf viel af. ”We moesten een conditietest doen. Maar na 7 van de 10 ronden ben ik gestopt, wegens buikkrampen. Ik zou een herkansing krijgen, maar die heb ik nooit gehad. Ik  kwam dus niet op de C-lijst. Ik heb wel in de hoogste categorie amateurs gefloten; hoofdklasse, 1e klasse.”

Vriendjespolitiek
Maar op een gegeven moment ging voor hem de lol er toch af. ”Het is één grote kliek in het scheidsrechterswereldje. Allemaal vriendjespolitiek. Die rapporteurs… je moet ze echt persoonlijk kennen, wil je goede cijfers halen. Ik kreeg soms rapporten die werkelijk nergens op sloegen. Zoals die keer dat ik SV Zwolle-Achilles’12 moest fluiten. Na afloop riep de speaker mij zelfs uit tot Man of the Match. Best een compliment toch? Maar vervolgens kreeg ik van de rapporteur een heel lage beoordeling.”

Die negatieve ervaringen waren uiteindelijk voor hem reden om te stoppen met fluiten. In 2010 begon hij met de trainerscursus. Had hij dat altijd al in zich? ”Ik een geboren trainer? Nee, het heeft me zelf ook verbaasd.” Mario kent z’n beperkingen als trainer. ”Ik ben geen tactisch wonder. Ik ben veel meer een teambuilder. Het hoeven niet eens de beste voetballers te zijn, maar ik kan er een team van maken.”

Hij is in het bezit van het trainersdiploma TC3. Daarmee mag je eerste elftallen trainen tot en met de 4e klasse. ”Ik wil heel graag nog eens de cursus TC2 doen, maar dat is meer iets voor de toekomst. Die cursus is moeilijk te combineren met werk en privé en trainen. Dan ben je vijf avonden in de week weg. Eigenlijk moet je dan een jaar lang geen club trainen.”

Stadsjongen
Hij begon z’n carrière als trainer bij SV De Lutte, waar hij A1 onder zijn hoede nam. ”Een stadsjongen bij een dorpsclub, dat was wel even wennen. Dat heeft wel een aantal weken geduurd.’’ Hij bleef er twee seizoenen. ”In het laatste seizoen werden we kampioen en pakten we ook nog eens de beker. Een mooie afsluiting. Van dat elftal spelen nu 6 of 7 jongens in het eerste. Mooi om te zien. Dat is typisch voor een dorpsclub hè. Die jongens gaan niet weg. Heel anders dan in Enschede. Daar is het elk jaar een grote spelerscarrousel.’’

Na De Lutte A1 volgde Rood Zwart A1. ”Op zich een mooie uitdaging. We speelden in de hoofdklasse. Maar de betere spelers gingen naar het eerste. Daardoor werd het een heel lastig seizoen en zijn we uiteindelijk gedegradeerd. In het tweede seizoen kregen we Tim van het Bolscher erbij, het toptalent van Rood Zwart. Maar na twee wedstrijden in A1 ging hij zo door naar het eerste. Het was een hartstikke leuke club met elkaar. Weekendjes weg naar Willingen en zo. Maar na twee jaar worstelen was ik er wel een beetje klaar mee.”

In 2016 keerde hij terug naar SV De Lutte, als trainer van het tweede. En hij bleef dat maar liefst zes jaar. Met de nodige successen. Nacompetitie, kampioenschap, promotie. In 2022 maakte hij opnieuw de overstap naar Rood Zwart. In het tweede trof hij spelers die hij eerder al bij A1 onder zijn hoede had gehad. ”Peter Lovink, Mike Luijk. Maar het waren er minder dan ik verwacht had. Andere jongens waren vertrokken of lager gaan spelen.”

Heubach
Het bleef bij één seizoen. Mario had al aangegeven daarna te willen stoppen in Delden, toen hij ergens in april werd benaderd door oud-FC Twente-speler Jeroen Heubach. ”Ik kende hem al langer. Onze zoons voetbalden samen in de jeugd van Avanti. We deden samen de coaching van dat team. Op Goede Vrijdag had Eilermark hem gevraagd om het eerste elftal over te nemen, omdat de trainer was opgestapt. Die avond kwamen we elkaar tegen op een feestje. Jeroen zei: ‘Ik heb alleen jeugdelftallen getraind, jij hebt ervaring met senioren. Wat zou je ervan zeggen als we het samen gaan doen bij Eilermark?’”

Daar had Mario wel oren naar. ”Natuurlijk heb ik het wel eerst overlegd met Rood Zwart. Ik heb tegen de TC gezegd: Rood Zwart gaat er niet onder lijden.” Die combinatie van functies betekende voor Mario wel een druk programma, de laatste twee maanden van dat seizoen: dinsdag- en donderdagavond training Rood Zwart 2, vrijdagavond Eilermark, zondagochtend wedstrijd Rood Zwart 2, zondagmiddag wedstrijd Eilermark.

Meteen in de eerste week van het nieuwe trainersduo werd bekend dat Eilermark vijf punten in mindering kreeg, omdat een eerdere thuiswedstrijd tegen Vorden lelijk uit de hand was gelopen. ”Daardoor kwamen we uiteindelijk net één punt tekort en moesten we meedoen in de nacompetitie. Daarin werden we uitgeschakeld door Barbaros. Douglas (ex-FC Twente) deed ons de das om, hij scoorde in die wedstrijd twee keer.”

Animo weg
Dat betekende dus degradatie naar de derde klasse. Maar Eilermark wilde toch graag nog een seizoen door met Heubach en Van Beek. Mario: ”Het werd een beetje raar seizoen. In de winterstop kregen we te horen dat zondag 1 zou stoppen. Eilermark zou alleen doorgaan met de zaterdagtak. Daardoor was de trainingsopkomst de laatste vier maanden een stuk minder. De animo was weg. Het hele team is uiteindelijk uit elkaar gevallen. Een teleurstellend einde? Zeker!”

”En toen kwam Vosta, de vroegere club van Jeroen. Ze hadden een goed verhaal. De club bestaat in 2026 100 jaar, ze wilden met ons hogerop. We hebben in principe toegezegd voor twee jaar. Alles was perfect geregeld. De eerste paar maanden ging het ook best aardig. Maar toen kwamen de eerste barstjes.” Het trainingsbezoek werd minder, discipline was ver te zoeken.

Uitgescholden
Na de winterstop ontspoorde het. ”Op een gegeven moment, kwamen er zés spelers te laat op de wedstrijddag. Bij een eerste elftal! We hebben ze toen een laatste waarschuwing gegeven. Maar twee weken later werd Jeroen op het trainingsveld door een van de spelers uitgescholden. Dat was de druppel. Het was klaar.” Het trainersduo legde per direct het bijltje erbij neer. Mario heeft hieruit een duidelijke conclusie getrokken voor zichzelf: ”Nóóit meer een club in de stad!”

Wat dat betreft, komt Rood Zwart nu dus als geroepen. In een gesprek met de TC kreeg hij te horen dat de club wil verjongen. ”De complete JO19 gaat over naar de senioren. We hebben nu de kans om te verjongen.” Mario heeft inmiddels al een aantal wedstrijden en trainingen van het tweede en JO19 bekeken. En zelfs al een keer de training van JO19 overgenomen, toen Egbert Nijland verhinderd was. Zijn indruk: ”Er zit wel potentie in.”

Studenten
In het verleden kwam het regelmatig voor dat talentvolle spelers afhaakten omdat ze elders gingen studeren. Daar moet de club wat mee, vindt Mario. ”Je moet die jongens langer proberen vast te houden. Ook als ze gaan studeren. Ga met ze in gesprek. Zorg ervoor dat ze doordeweeks in de stad waar ze studeren, bij een vereniging kunnen meetrainen. En je zou ook op dinsdag en vrijdag (in plaats van donderdag) kunnen gaan trainen. Dan kunnen de studenten in elk geval nog één keer met de groep meetrainen.”

Wat mentaliteit en discipline betreft, valt er volgens Mario nog wel wat te verbeteren bij de huidige generatie voetballers. Ook bij Rood Zwart. Dus hij gaat komend seizoen de touwtjes strakker aanhalen? ”Zeker! In principe is het maar 3,5 uur per week: twee keer training en een wedstrijd. Maar de jeugd van tegenwoordig wil niks missen. Ze zeggen rustig een training af, omdat ze naar de verjaardag van oma moeten. Nou, ik stond hier zelfs op mijn eigen verjaardag nog training te geven! Ik zal vantevoren heel duidelijk zijn tegenover de jongens: je hebt zelf de keuze. Je kunt niet tot 6 uur ’s morgens in de stad hangen voor een wedstrijd. Als je dat verkiest boven voetbal, ga dan maar lager spelen. Ik weet dat dat afgelopen jaar wel een aantal keren is gebeurd. Maar daar pas ik voor.”

Hoofdtrainer?
Mario heeft een contract voor een jaar getekend bij Rood Zwart, maar wat hem betreft is een langer verblijf zeker niet uitgesloten. ”We willen het per jaar bekijken. Eigenlijk is het de bedoeling om op termijn door te stromen naar het eerste. Wanneer Maurice (Bartelds, de huidige hoofdtrainer) ermee stopt en als de club het ook wil natuurlijk.”

Hij is fanatiek supporter van FC Twente. Heeft al sinds z’n 15e een seizoenskaart van de Enschedese profclub. Zijn vaste plek? ”Vak P natuurlijk.” Afgelopen seizoen heeft hij grofweg 75% van de thuiswedstrijden gemist, omdat hij met Vosta op pad moest. ”Zoonlief mocht dan in mijn plaats.” Uiteraard heeft hij z’n seizoenskaart weer verlengd. ”Dat is het grote voordeel ervan dat we met het tweede op zondagmorgen spelen. Dan kan ik ’s middags mooi nog naar FC Twente.”

Mario’s favorieten

Club: In Nederland: FC Twente. In het buitenland: Barcelona.
Speler: Lionel Messi.
Drankje: Bier. Bij voorkeur Grolsch.
Gerecht: Boerenkool.
Vakantiebestemming: Costa Brava. ”Daar heb ik een caravan staan. Gaan we elke zomer naar toe, vaste prik.”
Tv-programma: Vandaag Inside.
Muziek: Geheime-zender-muziek.
Trainer: Steve McClaren. ”Misschien niet de beste trainer. Maar hij heeft ons kampioen gemaakt!”
Voetbalanalist: Kenneth Perez.